Intermediate Zones
Bert De Roo, Giliam Ganzevles, Jerry Galle
Bert De Roo, Giliam Ganzevles, Jerry Galle
We hebben als samenleving heel wat mens-natuur dualiteiten verzonnen die zowel sturing geven als verantwoording bieden bij onze ingrepen in het landschap. Het is echter nu niet enkel de opgave meer om een bestaande ruimtelijke vraag te operationaliseren, maar ook om die vraag te kaderen in een nieuw rechtvaardigheidsperspectief. En daar is landschapsliefde voor nodig, stellen Jo Boonen en Bert De Roo.
“Er is echter nog een andere werkelijkheid […]: de werkelijkheid van de mens die tegenover de dingen staat. Tegenover is te sterk uitgedrukt. Want sedert de romantiek is er eigenlijk geen tegenover meer tussen mens en wereld. De wereld is een deel van de mens geworden en de mens een deel van de wereld.”
Dat zijn woorden van Geert Bekaert, genomen uit zijn opstel Van werkelijkheid tot werkelijkheid (De Linie, 1962). We trekken het citaat met veel liefde los uit haar context, en gebruiken het om enkele kritische vragen te stellen over de staat van het ruimtelijke discours. Want kunnen we vandaag nog geloven in zo’n romantische éénheid tussen ‘mens’ en ‘wereld’, terwijl we met onze ruimte en taal allerhande grenzen optrekken en dualiteiten construeren die de mens steeds meer isoleert van een meer-dan-menselijke realiteit?